Telefoon +32 3 449 63 46
Adres Floraliënlaan 513 - 2610 Wilrijk
Babyvoeding, wat een raadsel!
5 februari 2020
Zoals we allemaal wel weten wordt er in eerste instantie aangeraden om zo lang mogelijk borstvoeding te geven. In sommige gevallen is dit niet mogelijk, zoals bij vrouwen die omwille van een aandoening niet in staat zijn om melk aan te maken. Er zijn ook vrouwen die te veel pijn hebben of eerder zelf geen borstvoeding willen geven. Gelukkig bestaat er tegenwoordig kunstvoeding voor baby's, maar wat zijn de verschillen? De twee bekende merken kunstvoeding voor baby's zijn Nutrilon (van Nutricia) en Nan (van Nestlé). Er bestaan verschillende soorten naargelang de behoefte van de baby. Hieronder worden ze voorgesteld met de bijpassende uitleg.
1. Moeder wilt geen borstvoeding geven en het baby’tje heeft geen problemen.
In het ziekenhuis wordt er dan gestart met Nutrilon 1 of Nan Optipro 1. Deze voedingen zijn op basis van koemelk. Elk ziekenhuis bepaalt zelf met welk merk ze werken. Zowel Nutrilon als Nan zijn goed voor de baby. De melk bevat alle vitaminen en mineralen die de baby nodig heeft. Daarnaast zijn ze verrijkt met omega 3 vetzuren, ijzer en zink wat goed is voor de verdere ontwikkeling van de baby.
Naargelang de leeftijd van de baby worden de melken onderverdeeld in verschillende stadia’s.
Indien de baby op een overgang zit van de ene melk naar de andere (bijvoorbeeld 6 maand) dan mag de voorgaande melk uitgenomen worden en dan overgeschakeld worden naar de nieuwe.
2. Moeder geeft borstvoeding maar wilt overschakelen naar flesvoeding
Wanneer de mama wilt afbouwen met borstvoeding schakelt men over naar de Nan Evolia of de Nutrilon Profutura. Deze voeding leunt qua samenstelling het dichtst bij de borstmelk aan. Men vervangt dan de borstvoedingsmomenten door een flesje. Dit wordt vooral gedaan indien de moeder terug gaat werken en de baby overgeschakeld moet worden naar flesjes voeding.
Deze melk wordt soms ook opgestart in het ziekenhuis wanneer de moeder geen borstvoeding kan/wilt geven. Dit hangt ook weer af van wat het ziekenhuis te bieden heeft.
Volgens de leeftijd van de baby is er weer een onderverdeling:
3. Risico op allergieën
Indien er allergieën aanwezig zijn in de eerste lijn familieleden (ouders, broers of zussen), dan wordt er aangeraden om best op te starten met een hypoallergene melk. Dit om te voorkomen dat er een koemelkallergie ontstaat. De voeding bestaat uit een ‘eiwithydrolysaat’. Dit betekent dat de eiwitten die aanwezig zijn in de voeding geknipt zijn in kleine stukjes waardoor het immuunsysteem van de baby hier niet op kan reageren. Deze voeding wordt dan vooral in het eerste levensjaar gegeven omdat in die periode het immuunsysteem sterk wordt gevormd. Na het eerste levensjaar wordt er overgeschakeld naar de gewone Nan 3 of Nutrilon 1+, tenzij de baby nog steeds allergisch reageert op koemelk. Dan dient men over te schakelen naar sojamelk of andere voedingen die verder geknipte eiwitten bevatten. Hierover staat er verder wat meer uitleg.
De bestaande hypoallergene voedingen zijn:
4. Mijn baby heeft altijd honger!
Soms kan het zijn dat de baby niet voldoende verzadigd is na een fles voeding waardoor hij sneller wakker wordt of gulziger gaat eten. De oplossing hiervoor is een ingedikte pap. De voeding bevat een indikkingsmiddel zoals bijvoorbeeld zetmeel waardoor de structuur van de pap dikker wordt. Dit betekent niet dat de baby meer calorieën binnen krijgt. Belangrijk is hier wel dat de speen veranderd moet worden aangezien de pap dikker is en daardoor niet door elke speen geraakt. Bespreek dit met je apotheker. De voedingen die je hiervoor kunt gebruiken zijn:
Deze voedingen bestaan wel uit melk bestanddelen waardoor ze niet geschikt zijn voor baby’s met bestaande of risico op allergieën. Hiervoor bestaat een apart product, namelijk Nutriton. Dit is een poeder bestaande uit ‘johannesbroodpitmeel’ dat verantwoordelijk is voor het indikken van de pap. Een ander mogelijk product is Gelilact, op basis van NaCMC 98%, dextrine 1% en maltose 1%.
Nutriton en Gelilact worden extra toegevoegd aan de flesvoeding om deze in te dikken.
5. Mijn baby heeft last van zijn darmen!
De darmflora van een baby moet zich nog aanpassen aan de voeding waardoor er spijsverteringsproblemen kunnen ontstaan. We spreken hier over krampen, constipatie en diarree. Indien de baby enkel last heeft van diarree kan men extra probiotica toedienen zoals bijvoorbeeld Probactiol Mini druppels, Protectis druppels of Prolardii Junior druppels.
Als dit niet voldoende is kan men overschakelen op een voeding dat specifiek is aangepast voor het type spijsverteringsprobleem. We kunnen de voeding in twee groepen verdelen, namelijk:
6. Mijn baby geeft melk terug!
Melk teruggeven of reflux komt vaak voor bij baby’s. Bij de ene baby is het erger dan de andere waarbij er medicamenteuze behandeling moet worden opgestart. Indien het niet ernstig is kan men aangepaste voeding gebruiken. Dit bestaat uit ingedikte pap zodat de voeding niet snel wordt overgegeven.
Het type zetmeel bepaalt de dikte van de pap. Nan AR is bijvoorbeeld dikker dan de Nutrilon AR terwijl Enfamil AR lopender is door het rijstzetmeel dat pas dikker wordt in de maag. Het kan ook zijn dat de baby op het zetmeel kan reageren met darmproblemen zoals diarree. Indien dit voorkomt kan men best veranderen van pap of extra probiotica toevoegen.
7. Koemelkallergie
Koemelkallergie is een allergie die meer en meer voorkomt. 2 à 3 kinderen op de 100 hebben last van deze aandoening. De symptomen zijn heel breed. Het kan gaan van eczeem tot darmproblemen zoals diarree, ongemakkelijk gevoel, rusteloosheid enzovoort. Sommige symptomen treden onmiddellijk op terwijl de andere enkele uren tot dagen later kunnen optreden. Deze kunnen opkomen na consumptie van melk bevattende voeding of wanneer ze enkel borstvoeding krijgen. In dit geval is het de moeder dat koemelk bevattende producten consumeert.
De kans op koemelkallergie is groter indien er allergieën zoals astma, hooikoorts en eczeem voorkomt in de familie. Het immuunsysteem reageert op de eiwitten die aanwezig zijn in de voeding. Het komt vooral in de eerste levensjaren voor. Meestal verdwijnt de aandoening op latere leeftijd. Lactose intolerantie is niet hetzelfde als koemelkallergie. Dit komt vooral voor op een latere leeftijd waarbij het kindje al naar school gaat.
De diagnose wordt vastgesteld door een arts. Hij onderzoekt de symptomen en kan dan nagaan of het om een koemelkallergie gaat of niet. Er wordt gevraagd om een dagboek bij te houden van de voeding dat de baby krijgt. Zo kan men zien waar de baby op reageert. Het mijden van deze producten uit de voeding van de baby kan al de symptomen verlichten.
De babyvoedingen die op de markt zijn voor deze aandoeningen bestaan uit geknipte eiwitten. Ze worden zodanig geknipt zodat het immuunsysteem deze niet herkent en dus geen immuunreactie veroorzaakt. In de eerste kader zijn de eiwitten niet geknipt zoals in een normale situatie. In de tweede kader zijn de eiwitten geknipt en in de laatste zijn ze zodanig geknipt dat er enkel aminozuren aanwezig zijn. Het laatste is in geval van ernstige koemelk- of voedingsallergie.
De babyvoedingen kunnen we onderverdelen in twee klassen: de eerste is in geval van milde koemelkallergie en de tweede bij een ernstige koemelk- of voedingsallergie. Hieronder volgt de onderverdeling:
Indien er allergieën aanwezig zijn in de familie wordt er zoals besproken een hypoallergene melk aangeraden. Zo kan de kans op een koemelkallergie verkleinen. Na een bepaalde leeftijd waarbij de symptomen onder controle zijn kan de arts voorstellen om een ‘rechallenge’ te doen. Hierbij wordt het kind blootgesteld aan kleine hoeveelheden koemelk bevattende producten. Dit gebeurd in een soort ladder waarbij er telkens een paar dagen een bepaald product wordt gegeven. De test kan thuis gedaan worden maar ook best onder controle van een arts.
8. Overige pappen
Naast de besproken babyvoedingen zijn er ook andere voedingen op de markt. Bijvoorbeeld:
Indien u nog vragen hebt, kunt u deze gerust stellen aan uw apotheker!
BRONNEN