GEBRUIKSINSTRUCTIE OZEMPIC VOORGEVULDE PEN (zie bijsluiter voor de volledige dosisinstructies)
1. BEREID JE PEN VOOR
- Controleer de naam en de dosis op de pen.
- Verwijder de blauwe dop van de pen.
- Controleer of de vloeistof helder en kleurloos is.
- Bevestig een nieuwe naald. Gebruik een nieuwe naald voor elke inspuiting.
- Verwijder het papieren lipje van de naald.
- Duw de naald recht op de pen en draai ze dan vast.
- Verwijder beide dopjes van de naald.
- Bewaar het buitenste dopje om de naald na de inspuiting veilig te verwijderen.
2. CONTROLEER DE DOORVLOEIING : telkens vóór de eerste inspuiting met een nieuwe pen
- Draai aan de blauwe draaiknop en selecteer volgend symbool : .._
- Houd de pen verticaal met de naald naar boven.
- Duw de grijze knop in en kijk na of er een druppel uit de naald komt.
- Indien er geen druppel verschijnt : herhaal tot er wel een druppel verschijnt tot maximum 6 keer.
- Indien er na 6x nog geen druppel verschijnt : vervang de naald en probeer nog 1 keer.
- Indien er na het vervangen van de naald nog geen druppel verschijnt : neem een nieuwe pen.
3. SELECTEER JE DOSIS : draai aan de blauwe draaiknop tot je de dosis van 0,25 mg ziet verschijnen
4. INSPUITING
- Breng de naald in de huid
- Druk de grijze knop in tot de dosisteller terug op '0' staat.
- Houd de naald in de huid.
- Als de dosisteller op '0' staat, tel je traag tot 6.
- Daarna verwijder je de naald uit de huid.
- Als er een bloeddruppel verschijnt, duw je zachtjes met een kompres. Je mag niet wrijven of masseren.
5. VERWIJDER DE NAALD
- Leg het buitenste naalddopje plat op de tafel.
- Schuif de pen erin zonder het naalddopje vast te houden.
- Duw het dopje voorzichtig op de naald vast.
- Draai het dopje mét naald los en doe dit in een gele naaldcontainer.
- Klik de blauwe dop terug op de pen.